Adviseur aan het woord: Hetty IJkema
Steeds meer agrariërs ontplooien nevenactiviteiten op hun boerderij. Maar let op, zo waarschuwt LTO-verzekeringsadviseur Hetty IJkema: ‘De omschrijving op de bedrijfsaansprakelijkheid luister nauw.’ Want als een activiteit niet valt onder de normale bedrijfsactiviteiten, wordt er bij schade niet zomaar uitgekeerd.
Hetty IJkema begon vorig jaar bij LTOVerzekeringen als adviseur. Of eigenlijk adviseuse. Als vrouw in een mannenwereld krijgt ze af en toe een licht verbaasde blik. ‘Ze zeggen het niet, maar je ziet soms dat ze ervan opkijken’, zegt IJkema. Voor ze bij LTO aan de slag ging, werkte ze bij een bank op de afdeling verzekeringen met de food- en agrisector onder zich. De agrarische wereld is haar dus niet vreemd. En nog een voordeel: ‘Ik spreek Fries. De taal waarin veel agrariërs in mijn werkgebied zich toch het best kunnen uitdrukken.’
Met het zomerseizoen in aantocht wil IJkema de agrariërs in haar regio graag wijzen op de consequenties van nevenactiviteiten: ‘Waar ondernemers zich vaak niet bewust van zijn, is dat ze deze moeten melden bij de verzekeraar. Anders dekt de aansprakelijkheidsverzekering eventuele schade niet.’
De agrarische sector kent een breed scala aan nevenactiviteiten: een open stal, een schoolklas op de boerderij, een caravanstalling, verkoop aan huis. Het zijn activiteiten die zich als vanzelf voordoen en in de loop der tijd ontwikkelen. ‘Het gaat zo geleidelijk dat mensen er niet bij stilstaan’, zegt IJkema. Toch is het belangrijk dit te melden bij een verzekeraar. Die hanteert dan niet per direct hogere tarieven, maar wil soms wel dat een agrariër preventieve maatregelen neemt. Bij een open stal bijvoorbeeld het gebied rondom de put afzetten. Of een alternatieve looproute markeren voor de bezoekers.
Dat de gevolgen groot kunnen zijn, benadrukt IJkema met een aantal veelvoorkomende voorbeelden. Caravans stallen of een schoolklas die komt kijken als de koeien voor het eerst de wei in gaan. Het valt niet onder de reguliere dekking. Nog een: de trekker die gebruikt wordt tijdens een optocht of bij een dorpsfeest. ‘Dit zijn niet de activiteiten waarvoor de trekker geregistreerd staat. En dus ook niet waarvoor deze verzekerd is. Bij schade kan een vervelende situatie ontstaan. Gaat het mis met een caravan dan is dat vervelend, maar het brengt je bedrijf niet in gevaar. Maar zou er iets gebeuren met een koe die losbreekt terwijl er een schoolklas staat te kijken, dan kan dat wel gevolgen hebben voor de bedrijfscontinuïteit.’
Het gaat vaak terloops. ‘Een school die vraagt of de leerlingen mogen komen kijken. De agrariër denkt ‘natuurlijk, waarom niet.’ Maar ook als het slechts één keer plaatsvindt, meld het’, drukt IJkema agrariërs op het hart. ‘Bij twijfel, bel!’ Maar tot op heden bellen mensen nooit. ‘Meestal komen deze zaken ter sprake bij een bezoek aan de klant. Op de vraag of er bedrijfsvreemde activiteiten plaatsvinden antwoorden mensen dan meestal ontkennend. Bij doorvragen blijkt er toch wat te zijn.’
Het komt ook voor dat IJkema adviseert maar agrariërs toch anders besluiten: ‘Mensen die de gevaren niet zo zien. Mijn rol is het benoemen van de consequenties. Ik wijs mensen op de risico’s. Ik heb een adviserende rol maar kan mensen niet dwingen. Als een agrariër besluit, ik neem dit als eigen risico, dan kan dat ook.’
Naar LTO Verzekeringen