Vanuit Doetinchem verovert een hip elektrisch tweewielermerk de wereld. De e-brommers en fatbikes van Brekr zijn retro en futuristisch tegelijk, maar wortelen tegelijkertijd diep in de Achterhoekse aarde. Over een mooi en eerlijk product, waar veel schik omheen zit.
Een jongensboek is er niks bij: van het (op het platteland) welbekende ‘prutsen in de schure’ naar een product dat gretig aftrek vindt in Amsterdam en surfgebieden in Zuid-Frankrijk. Denk echter niet dat de elektrische tweewielers van Brekr alleen voor yuppen en surfdudes zijn. Nee, als er een merk is dat zijn herkomst, de Achterhoek, hoog in het vaandel heeft staan, is het Brekr wel. Zichtbaar, met het Achterhoekse vlaggetje op het zadel van de e-brommer en op de band van de e-bike, én onzichtbaar.
Niels Willems, medeoprichter en commercieel directeur, stelt dat de Achterhoekse mentaliteit van doen wat je zegt en niet te veel poespas door het hele bedrijf heen sijpelt. Dat begint al met de locatie: Brekr is gevestigd op De Kruisberg, de voormalige gevangenis in Doetinchem. De industriële hallen passen wonderwel bij de looks van de tweewielers die hier worden geproduceerd.
‘Onze stijl is retro en futuristisch tegelijk’, vertelt Willems. ‘We houden van historische brommers en motoren, maar vinden dat het voor de toekomst wel anders moet. Elektrisch. De e-modellen die er destijds waren, leken veel op de benzinemodellen. Terwijl dat helemaal niet hoeft, want je hebt geen tank meer nodig.’
Roots
Dat triggerde Niels Willems en Jasper Hoogedoorn, uitvinder en mededirecteur, om in 2017 een compleet nieuw model e-brommer te bedenken. ‘Waarbij we het idee van die tank hebben losgelaten en ons hebben gericht op het inpassen van een batterij.’ Het prototype, dat met lassen, bakken en braaien in de werkplaats tot stand kwam, leek zo veelbelovend dat de mannen het Achterhoekse adagio ‘Vake bu’j te bange’ ter harte namen en de sprong gewoon waagden. In 2018 werd het bedrijf Brekr geboren.
‘De naam verwijst ook naar onze roots hier. Wij vinden dat de wereld meer Brekrs nodig heeft. Of dat nu tweewielers zijn of personen die van een feestje houden en dingen doen die anderen niet durven’, lacht Willems, die stelt dat de Achterhoek, naast landbouw, ook een mooie maakindustrie heeft.
‘Hier worden mooie, eerlijke producten gemaakt. Dat doen wij ook, bovendien houden we in de Achterhoek wel van een lolletje en van motorcross. Dat hebben we allemaal aan elkaar geknoopt.’ Niet voor niets reed er ook al een speciaal uitgevoerde Brekr crossbrommer mee op de Zwarte Cross. Gewoon omdat het kan.
Prototype
Terug naar de eerste Brekr: het prototype werd al snel omgeturnd in een verkoopbaar model: de B4000 e-brommer. De accu zit heel laag bij de grond. ‘Daardoor is de brommer veel stabieler.’ Typerend voor Brekr is ook het minimalistische design: het frame bestaat eigenlijk uit één diagonale balk van de voorvork tot het achterwiel.
‘Ja, we hebben best een hip ding gebouwd’, beaamt de oprichter, die trots laat weten dat hun Brekr al meerdere designprijzen heeft gewonnen. Naast mooi is het design ook praktisch: waar andere tweewielers een frame met een bepaalde kleur hebben, kan je bij een Brekr de framekap in allerlei kleuren bestellen. ‘Je kan de kleur dus heel makkelijk wijzigen.’ Ook kunnen de tweewielers naar wens worden gecustomized. Denk aan speciale kleuren, prints, uitvoeringen met merklogo’s, et cetera. Zo werd er voor Guus Meeuwis een speciale ‘Brabant carnaval’-custom gemaakt en rijdt Sanne Hans (zangeres Miss Montreal) rond op een Brekr waar ze haar kiteboard mee kan vervoeren.
In navolging van de e-brommer heeft Brekr nu ook een e-bike in het assortiment. Het model heeft ook de diagonale lijn in het frame en een minimalistische uitstraling. Het lange zadel en de extra dikke banden maken hem extra stoer. Daarbij is de fatbike amper zwaarder dan een gewone e-bike en is de veiligheid, met bijvoorbeeld extra degelijke remmen, goed op orde. ‘We willen graag dat je op al onze tweewielers hetzelfde gevoel ervaart; het moet goed en comfortabel rijden en vooral leuk zijn. We horen en zien dat veel mensen een glimlach op hun gezicht krijgen als ze op een Brekr rijden. Dat is precies de bedoeling. Het is fun, er moet lol omheen zitten.’
Daarom organiseert het bedrijf af en toe speciale ride-outs, waarbij tientallen fans geruisloos door het landschap zoeven. ‘Of we zetten ergens een pop-up store neer, onlangs nog in Amsterdam. Daar staan mooie custom modellen om te bekijken, maar je kan er ook een proefrit maken. En we gaan leuke samenwerkingen aan, zoals met Nathals-bier.’ Het merk wordt daardoor steeds bekender, maar het enthousiasme komt ook van gebruikers zelf. Niels: ‘We hebben echt fans, er zijn hele Facebookgroepen van mensen die een Brekr rijden. Dat is natuurlijk fantastisch.’
De ideeën voor nieuwe modellen en de customs worden in Doetinchem bedacht, maar de productielocatie is in Cuyk. ‘Het is een sociale werkplaats, waar mensen werken die in een ‘normaal’ bedrijf net niet mee kunnen komen. Doordat ze bijvoorbeeld autisme hebben of epileptisch zijn. Soms hebben zij iets meer tijd of hulp nodig, in Cuyk kan dat. Overigens hebben we deze productielocatie niet per se vanwege dat maatschappelijke aspect gekozen: we hebben gekeken welk bedrijf een goed product maakt. Dat deden ze en we hadden er het beste gevoel bij. Er werken fantastische mensen.’
Ambities
In zes jaar tijd hebben Hoogedoorn en Willems een bedrijf en een merk opgezet waar je u tegen zegt. Bij Brekr werken ruimt twintig man, de productielocatie in Cuyk niet meegerekend. En daar stopt het waarschijnlijk niet, want er zijn plannen genoeg. Zo komt er binnenkort een licht elektrische motorfiets op de markt, de Brekr B7000. Met het bekende design, maar met meer power en snelheid.
Wat Brekr betreft, heeft het voertuig van de toekomst twee wielen en een accu. Omdat het, in toenemende verkeersdrukte, sneller en schoner is. Maar ook omdat het, volgens de makers, de leukste manier is om van A naar B te komen. De ambitie om de wereld van meer Brekrs te voorzien, is misschien niet zo Achterhoeks. Daar is het toch vaak ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’. Daar is Niels Willems het niet mee eens. ‘Vaak zijn we te bescheiden in de Achterhoek’, besluit hij lachend.